nl
Nieuwsbrief
Cases

Biogazelle

  • Start-ups & scale-ups
  • Exits Life Sciences & Care
  • Life Sciences & Care
  • Life sciences & care
  • Starten
biogazelle-pmv

We hebben ons businessmodel tijdens ons parcours verschillende keren aangepast, maar nu zijn wij echt een bedrijf geworden dat langetermijninvesteringen doet met grote risico’s, maar ook met een grote hefboom.

Jan Hellemans, oprichter Biogazelle

Het kankeronderzoek is de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt. De vooruitgang is vooral te danken aan een beter begrip van de mechanismen die de kanker veroorzaken waardoor medische oplossingen steeds verfijnder en effectiever worden. De strijd tegen kanker is zo niet langer een zoektocht naar de heilige graal. Biogazelle, een bedrijf uit Zwijnaarde, bouwt mee aan die hoop op een betere genezing.

Biogazelle gebruikt RNA-analyse als diagnose- en therapiemodel. Ribonucleïnezuur, vaak afgekort tot RNA, is samen met DNA en eiwitten een van de drie macromoleculen die essentieel zijn voor alle bekende levensvormen. Door RNA uit te lezen, krijgt men een beeld van wat er misloopt binnen een bepaalde cel, en hoe dat tot kanker leidt. Weten waar en op welke manier het misloopt: dat is belangrijk om te bepalen of een bepaalde therapie al dan niet kan werken, en om die te verfijnen. Biogazelle-oprichter Jan Hellemans verklaart: “Vroeger was een longkanker gewoon longkanker. Nu is de longkanker die persoon A heeft een andere longkanker dan die van persoon B. Dankzij een verfijndere analyse kunnen we de therapie beter afstemmen op wat er misloopt, en kunnen we ook de nevenwerkingen veel meer beperken”.

Snelle groeier

In 2014 viel Biogazelle nog net buiten de top-10 van Deloitte Technology Fast50, een rangschikking van de snelst groeiende bedrijven. Het is een illustratie van het mooie parcours dat ze sinds 2007 al hebben afgelegd. Jan Hellemans: “Samen met mijn vennoot Jo Vandesompele zijn we heel minimalistisch gestart als spin-off van de universiteit van Gent. We zijn organisch gegroeid en hebben altijd onze winsten geïnvesteerd in het bedrijf. Zo konden we verschillende jaren na elkaar groeicijfers van 70% voorleggen. We stellen ondertussen ook 25 mensen te werk”. In het begin lag de focus op verkoop van software voor data-analyse; nadien zijn ze ook RNA-metingen in het labo beginnen uitvoeren als service naar bedrijven en academische instellingen die een deel van het onderzoek willen outsourcen. Nog later kwam daar ook productontwikkeling bij in onderaanneming voor andere bedrijven. Op een bepaald moment groeide het besef dat ze heel wat troeven in handen hadden om zelf de weg van de therapeutica en diagnostica in te slaan. Alle expertise en knowhow was immers in huis om zelf de hefboomwerking voor klinische ontwikkeling te doen. Het enige wat ontbrak waren de middelen om zelf zo’n onderzoeksprogramma te financieren. Daarvoor hebben ze dan externe financiering gezocht.

Potentieel

Jan Hellemans: “We hebben ons businessmodel tijdens ons parcours verschillende keren aangepast, maar nu zijn wij echt een bedrijf geworden dat langetermijninvesteringen doet met grote risico’s, maar ook met een grote hefboom. Dat is ook eigen aan het ondernemen, denk ik: het potentieel zien liggen en voor dat potentieel willen gaan. Biotech is een risicoverhaal, maar wij en onze investeerders hebben er het volste vertrouwen in”.

Samen met het businessmodel is ook het financieringsmodel grondig geëvolueerd en zijn de bedragen van een totaal andere orde dan in het beginstadium. Onlangs is de laatste schijf van de Winwinlening terugbetaald. Volgens Jan Hellemans en de ontleners de beste investering ooit en effectief een winwin voor beide partijen, ook al gezien de rente-evolutie van de laatste jaren. Daarnaast is hij ook lovend voor de andere initiatieven om de Vlaamse biotech te ondersteunen: “Als ik rondkijk naar onze buurlanden dan denk ik dat we in Vlaanderen zeker niet kunnen klagen. Ondersteuning van het IWT (nu Agentschap Innoveren en Ondernemen), daar kijken de Nederlanders bijvoorbeeld met grote ogen naar. Ook deze site hier in Zwijnaarde is als cluster toch redelijk belangrijk”.